Ja, de rente van een aflossingsvrije hypotheek is aftrekbaar bij de Belastingdienst, maar alleen onder specifieke voorwaarden. Dit geldt vooral voor hypotheken die u vóór 1 januari 2013 heeft afgesloten. Op deze pagina leest u precies hoe de regels werken en wat dit voor uw situatie betekent.
Hypotheekrenteaftrek is een fiscale regeling in Nederland. U mag hiermee de betaalde rente op uw hypotheek van uw bruto-inkomen aftrekken. Dit verlaagt uw belastbaar inkomen. Zo betaalt u minder inkomstenbelasting. U krijgt hierdoor een lagere netto maandlast voor uw hypotheek.
De Belastingdienst betaalt namelijk een deel van de rente terug. De aftrek geldt alleen als u de hypotheek gebruikt voor de aankoop of verbetering van uw eigen woning. U kunt de rente maximaal 30 jaar aftrekken. Het maximale aftrektarief wordt ook jaarlijks bijgesteld.
De aftrekbaarheid van rente voor een aflossingsvrije hypotheek hangt sterk af van de afsluitdatum. Voor hypotheken van vóór 1 januari 2013 gelden andere regels dan voor die van na die datum.
Heeft u een hypotheek die vóór 1 januari 2013 is afgesloten? Dan gelden hiervoor ruimere regels voor de hypotheekrenteaftrek. U valt onder het overgangsrecht. De rente van uw aflossingsvrije hypotheek blijft aftrekbaar, zelfs zonder verplichte aflossing van de hoofdsom. Dit recht geldt tot maximaal 50% van de woningwaarde. U behoudt dit vaak ook als u de hypotheek oversluit of meeneemt bij verhuizing. De maximale duur voor renteaftrek is 30 jaar, maar voor hypotheken van vóór 2001 loopt dit recht tot 1 januari 2031.
Voor hypotheken die u na 1 januari 2013 afsloot, gelden strengere regels voor hypotheekrenteaftrek. De rente van een aflossingsvrije hypotheek is dan niet aftrekbaar bij de Belastingdienst. U krijgt alleen renteaftrek als u kiest voor een annuïteiten- of lineaire hypotheek. Deze hypotheek moet u binnen 30 jaar volledig aflossen. Ook als u een deel van uw hypotheek aflossingsvrij maakt, is de rente over dat deel niet aftrekbaar.
De maximale looptijd voor hypotheekrenteaftrek is 30 jaar. Deze periode begint zodra u uw eerste hypotheek afsloot. Sluit u een aflossingsvrije hypotheek vóór 1 januari 2013 af? De rente van deze hypotheek blijft dan 30 jaar aftrekbaar bij de Belastingdienst. Heeft u uw hypotheek al vóór 1 januari 2001 afgesloten? Uw 30-jaarstermijn startte dan op 1 januari 2001.
Een aflossingsvrije hypotheek heeft andere fiscale regels dan annuïteiten- of lineaire hypotheken. Dit beïnvloedt uw maandlasten en de totale rente die u betaalt. De rente van een aflossingsvrije hypotheek is vaak hoger dan bij hypotheken met aflossing.
Bij een aflossingsvrije hypotheek betaalt u alleen rente over het geleende bedrag. U lost de hoofdsom gedurende de looptijd niet af, wat zorgt voor lage maandlasten. Aan het einde moet u de volledige schuld zelf terugbetalen. Een annuïteitenhypotheek werkt anders. U betaalt elke maand een vast bedrag dat bestaat uit rente en aflossing. In het begin betaalt u meer rente, later lost u steeds meer af. Na 30 jaar is uw annuïteitenhypotheek volledig afgelost. Dit voorkomt een restschuld en maakt de aflossingsvrije optie op lange termijn vaak duurder.
Bij een lineaire hypotheek lost u elke maand een vast bedrag af op uw schuld, plus rente. Uw maandlasten dalen hierdoor gedurende de looptijd, omdat de rente over een steeds kleiner bedrag wordt berekend. U betaalt zo over de gehele looptijd het minste totale rente. Een aflossingsvrije hypotheek heeft lagere maandlasten, want u betaalt alleen rente. De hoofdsom lost u niet af; die moet u aan het einde van de looptijd in één keer terugbetalen. Hierdoor zijn de totale hypotheekkosten vaak hoger dan bij een lineaire hypotheek.
De regels voor de rente aflossingsvrije hypotheek zijn flink gewijzigd, vooral voor de aftrekbaarheid bij de Belastingdienst. Sinds 2013 mag u een nieuwe aflossingsvrije hypotheek nog maar voor maximaal 50% van de woningwaarde afsluiten. Ook het aanpassen of omzetten van hypotheekdelen kan gevolgen hebben voor uw renteaftrek.
Vanaf 1 januari 2013 zijn de fiscale regels voor de rente aflossingsvrije hypotheek gewijzigd door het Belastingplan 2013. Er kwamen overgangsregelingen om bestaande situaties te beschermen. Dit betekent dat u voor hypotheken van vóór 2013 de oude aftrekregels behoudt bij de Belastingdienst. Nieuwe aflossingsvrije hypotheken moeten aan strengere voorwaarden voldoen. De Belastingdienst heeft destijds diverse uitvoeringsregelingen aangepast. Zo zorgt een overgangsregeling voor stabiliteit in uw financiële planning.
U kunt een deel van uw hypotheek omzetten naar aflossingsvrij. Dit verlaagt uw maandlasten direct, maar heeft fiscale gevolgen. Het omgezette deel verliest meestal het recht op hypotheekrenteaftrek bij de Belastingdienst. Hierdoor betaalt u over dat bedrag geen belastingvoordeel meer. U loopt ook een groter risico op een restschuld aan het einde van de looptijd. Zorg daarom voor een gedegen plan om de hoofdsom af te lossen.
Voor aflossingsvrije hypotheken van vóór 2013 kunt u de rente nog aftrekken van de belasting. Stel, u heeft een aflossingsvrije lening van €240.000 met 4,4% rente. Vóór 2031 zijn uw netto maandlasten dan €554, dankzij 37% hypotheekrenteaftrek.
Dit belastingvoordeel verdwijnt na 2031. Vanaf dan stijgen uw netto maandlasten met €326 per maand. U kunt ook een deel van uw aflossingsvrije hypotheek aanvullen met een annuïteiten- of lineaire hypotheek. Zo blijft de rente op dat aanvullende deel aftrekbaar.
Bij een aflossingsvrije hypotheek betaalt u tijdens de hele looptijd alleen rente over het volledige geleende bedrag. Dit betekent dat uw bruto maandlasten voor rente gelijk blijven. De rente wordt namelijk berekend over de oorspronkelijke hoofdsom, die u niet aflost. Vaak is de rente van een aflossingsvrije hypotheek iets hoger dan van andere hypotheekvormen.
U kunt jaarlijks een deel boetevrij aflossen, vaak 10 tot 20 procent van de oorspronkelijke lening. Zo verlaagt u direct het bedrag waarover u rente betaalt. Sommige geldverstrekkers verlagen zelfs automatisch uw rentepercentage bij voldoende aflossing. Denk ook aan uw situatie na pensionering; een dalend inkomen maakt het lastiger om de hoofdsom af te lossen.
De fiscale gevolgen van een ABN AMRO aflossingsvrije hypotheek hangen sterk af van de afsluitdatum. Heeft u de hypotheek vóór 2013 afgesloten? Dan behoudt u meestal het recht op ABN AMRO rentestanden. Extra aflossen op uw ABN AMRO hypotheek kan dit overgangsrecht beïnvloeden, waardoor uw belastingvoordeel vermindert.
Leent u extra geld via uw ABN AMRO hypotheek? De rente is alleen aftrekbaar als u dit gebruikt voor woningverbetering of verduurzaming. Voor consumptieve doeleinden vervalt de aftrekbaarheid. U kunt wel boetevrij aflossen tot 10% van de hoofdsom per jaar. Dit verlaagt uw schuld, maar vermindert ook uw aftrekbare rente.
De rente van uw SNS aflossingsvrije hypotheek is aftrekbaar als u deze vóór 1 januari 2013 afsloot. Dit geldt voor de aankoop, verbetering of onderhoud van uw eigen woning. U trekt de rente maximaal 30 jaar af.
De Belastingdienst noemt dit een ‘overgangsrecht’. U geeft de betaalde rente zelf op bij uw belastingaangifte. SNS geeft deze gegevens niet direct door aan de Belastingdienst. Actuele rentestanden vergelijken helpt u uw situatie te beoordelen. Extra aflossen op uw SNS hypotheek kan de aftrekbaarheid beïnvloeden.
Nee, de rente van een aflossingsvrije hypotheek is niet altijd aftrekbaar. U trekt de rente alleen af als u de hypotheek vóór 1 januari 2013 afsloot. Nieuwe aflossingsvrije hypotheken, afgesloten na die datum, geven geen recht op hypotheekrenteaftrek. Zelfs als u een aflossingsvrije hypotheek voor een verbouwing gebruikt, is de rente niet aftrekbaar. Het overgangsrecht voor oudere hypotheken geldt maximaal 30 jaar. Sommige hypotheken van vóór 2001 behouden de aftrek tot 1 januari 2031.
De hypotheekrente van een aflossingsvrije hypotheek trekt u maximaal 30 jaar af. Deze periode begint op de afsluitdatum van uw hypotheek. Voor hypotheken afgesloten vóór 1 januari 2013 geldt dit overgangsrecht. U mag de rente aftrekken tot en met 2044. Heeft u een SNS aflossingsvrije hypotheek van vóór 1 januari 2001? Dan start uw 30-jaarstermijn op die datum.
U kunt renteaftrek behouden als u verschillende hypotheekvormen combineert. Een aflossingsvrije hypotheek van vóór 1 januari 2013 behoudt zijn recht op renteaftrek. Dit geldt ook als u deze combineert met een nieuwe hypotheek. Vult u aan met een annuïteiten- of lineaire hypotheek? De rente van dit nieuwe deel is ook aftrekbaar. De Belastingdienst eist wel dat u deze annuïtair of lineair aflost binnen 30 jaar. Zo blijft de rente van uw aflossingsvrije hypotheek aftrekbaar op het oude deel, en op het nieuwe.
Als u een hypotheekdeel aflossingsvrij maakt, dalen uw maandlasten fors. U betaalt dan geen aflossing meer. Dit kan alleen voor maximaal 50% van de woningwaarde. Onthoud: de rente van dit aflossingsvrije hypotheekdeel is niet aftrekbaar bij de Belastingdienst. Meestal zijn er geen notariskosten, maar let op mogelijke transactie- of instapkosten. Deze kosten kunt u vaak meefinancieren in de nieuwe hypotheek. U regelt dit via een interne aanpassing bij uw hypotheekverstrekker of door over te sluiten. Aan het einde van de looptijd moet u het aflossingsvrije deel zelf terugbetalen.
U controleert uw situatie met de actuele belastingregels eenvoudig via Mijn Belastingdienst. Log in en check altijd uw voorlopige aanslag inkomstenbelasting. Geef wijzigingen in uw persoonlijke of financiële situatie direct door. Denk aan een veranderd inkomen of hypotheekrente. Zorg dat de rente van uw aflossingsvrije hypotheek correct is verwerkt. Zo voorkomt u dat u te veel belasting terugkrijgt en later moet terugbetalen.
